Thema’s > Bevolking
Bulgarije telt 7,1 miljoen inwoners (2010), een aantal dat langzaam afneemt: -0,77% (2010) per jaar. De bevolking vergrijst bovendien gestaag. Een andere tendens is de verstedelijking; ruim 70 procent van de bevolking woont in de steden. In Sofia wonen ruim 1,1 miljoen Bulgaren (bijna 15 procent van de totale bevolking). Andere belangrijke steden zijn Plovdiv, Bourgas, Varna en Rousse.
Bevolkingsopbouw
Vergeleken met buurlanden als ex-Joegoslavië en Roemenië heeft Bulgarije een tamelijk homogene bevolking: 84 procent van de ongeveer 7,8 miljoen inwoners is Bulgaars en orthodox-christelijk. De belangrijkste minderheidsgroepering is die van de Turken. Met 800.000 inwoners vormen zij bijna eentiende van de bevolking. Daarnaast zijn er kleinere etnische minderheidsgroepen, zoals Roma (ruim 350.000) en Armeniërs (bijna 14.000). De twee grootste minderheidsgroepen zijn de Turken (9,7%) en de Roma (2,6%). Eind jaren 80 zijn honderdduizenden Turken naar Turkije gevlucht als gevolg van grootscheepse intimidatietechnieken. Het ware aantal Roma is waarschijnlijk veel hoger dan 2,6% van de bevolking, maar uit angst voor discrimatie liegen veel Roma over hun afkomst.
Urbanisatie
In 2002 telde Bulgarije ca. 7,8 miljoen inwoners, waarvan ongeveer 70% in de steden woont. De grootste steden zijn Sofia met ca.1,2 miljoen inwoners, Plovdiv, Varna, Bourgas, Rousse en Stara Zagora. De rest van de bevolking woont op het dunbevolkte platteland.
Migratie
De grote emigrantenstroom van vlak na de omwenteling is aan het eind van de jaren negentig wat afgenomen. In 1999 bedroeg het aantal emigranten naar schatting iets minder dan 40.000. De voornaamste reden voor emigratie is de ontevredenheid met de economische situatie. Er is nog steeds een groot aantal etnische Turken dat Bulgarije verlaat. Overigens hebben de etnische spanningen in Bulgarije niet tot zulke problemen geleid als elders op de Balkan.
Gezondheid
Sinds het begin van de jaren negentig is de bevolkingsgroei vooral op het platteland negatief, doordat het geboortecijfer daalt en het sterftecijfer stijgt. De gezondheidszorg is door de aanhoudende bezuinigingen sterk in kwaliteit achteruitgegaan. Wel worden sinds 1999 met assistentie van de Wereldbank hervormingen doorgevoerd en zijn er aanzetten tot een zorgsysteem op basis van verzekeringen. Voorlopig wordt het merendeel van de kosten voor de zorg echter nog door de overheid gedragen. Hoewel sinds 2003 jaar weer een lichte stijging te zien is, blijft de gemiddelde levensverwachting vooral voor mannen laag (mannen 68 jaar, vrouwen 75 jaar) en de kindersterfte hoog (21 per 1.000 geboorten in 2004).
Werkloosheid
De geregistreerde werkloosheid bedroeg in 2004 ongeveer 12,7 procent van de werkzame bevolking. Meer dan de helft van het aantal geregistreerde werklozen is langer dan een jaar werkloos en ongeveer eenderde deel zelfs langer dan drie jaar. Vooral ongeschoolden en vrouwen zijn vaak langdurig werkloos. Aangenomen moet worden dat de werkelijke werkloosheid hoger is dan de geregistreerde.