Thema’s > Politiek
Bulgarije is een parlementaire republiek met een rechtstreeks gekozen president. Sinds 2001 is Georgi Purvanov president, zijn termijn loopt tot 2006. De rol van de president is voornamelijk ceremonieel.
Het Bulgaarse parlement, de Narodno Sobranie, wordt om de vier jaar rechtstreeks via evenredige vertegenwoordiging gekozen en bestaat uit 240 zetels. De kiesdrempel voor partijen of coalities bedraagt 4 procent van het aantal landelijk uitgebrachte stemmen. De grootste partij wordt gevraagd een regering te vormen. Een gewone parlementaire meerderheid kan de ministerraad goedkeuren en wetgeving aannemen. Voor constitutionele wijzigingen is een driekwart meerderheid vereist. De laatste parlementaire verkiezingen van 17 juni 2001 werden gewonnen door de voormalige koning Simeon Saxe-Coburg. Zijn partij, de Nationale Beweging, behaalde 120 van de 240 zetels in het parlement. Samen met coalitiepartner de Beweging voor Rechten en Vrijheid (21 zetels) werd in juli 2001 een regering gevormd die toetreding tot de EU en de NAVO als voornaamste prioriteit heeft geformuleerd. Een goede relatie met het IMF en bespoediging van het privatiseringsproces zijn verder nog speerpunten van de huidige Bulgaarse regering. In het voorjaar van 2005 worden nieuwe parlementsverkiezingen gehouden.
Bulgarije is eind 1998 administratief opnieuw ingedeeld. Er zijn nu 28 provincies, waarvan de hoofdstad Sofia geen deel uitmaakt. De bestuurders worden gekozen door de centrale regering.
Een bijzonder probleem in Bulgarije vormt de integriteit van het overheidsbestuur, zowel op landelijk als op plaatselijk niveau. Op alle niveaus hebben veel ambtenaren hun benoeming meer te danken gehad aan politieke contacten dan aan vakbekwaamheid. Na de omwenteling van 1989 hielden de oude kaders veelal de touwtjes in handen, zodat het voormalig communistisch bestuursapparaat niet werd opgeschoond. De huidige regering heeft van de corruptiebestrijding een actiepunt gemaakt, maar een snelle verbetering is niet te verwachten aangezien ook het justitieel apparaat zelf niet vrij is van smetten.